Het vierenzestigste verhaal

…Na een rustige Kerst, waarop onze vrienden elkaar niet voor een verhaal hebben opgezocht, is er weer een aflevering van De Cultuurmuur. Eén voor één verschijnen de leden in beeld. Tanja wil vandaag een verhaal vertellen. “Het was een vreemde Kerst, dat zal voor jullie ook gelden”, zegt ze. “Ik hoorde via-via een verhaal dat zó als kerstverhaal kan doorgaan. Er is één maar… Het Virus speelt wel een rol in dit verhaal, terwijl we hadden afgesproken dat het coronaloze verhalen zouden zijn.” Vrijwel iedereen laat weten dat hen dat niet uitmaakt. Willem knikt ook. "Laat maar horen, we zijn benieuwd". 

“Op kerstochtend hoorde ik over de geschiedenis van Ursula die in de Harz in Duitsland woont. Zij is trucker en zat met haar vrachtwagen vast in Hull, Engeland. Zoals jullie weten is Het Virus nogal virulent in Engeland waardoor het moeilijk is om het eiland te verlaten. Samen met nog duizenden vrachtwagenchauffeurs stond zij in de file voor de veerboot. Vlak voor Kerst kregen zij het bericht dat ze het land alleen mochten verlaten wanneer zij een negatieve virustest konden laten zien. Ursula wist zeker dat ze Het Virus niet bij zich droeg, maar ja, ze moest een testbewijs kunnen overleggen. De Britse overheid zegde toe dat er testfaciliteiten in de haven kwamen. Het leger zou hiervoor zorgen. Maar, hoe vaak zij ook naar de bewuste locatie was gegaan, er was nog geen militair te bekennen. Ze kroop in haar cabine en zocht contact met Albert, een Duitse collega-chauffeur die vlakbij de haven stond met zijn wagen. “Al wat gezien?”, vroeg ze. “Nein, leider nicht”.

Ze belde met het thuisfront en zei tegen haar man dat ze het niet zou redden om Heiliger Abend samen met hem te vieren. Toen ze het gesprek afsloot, rolde er een traan uit haar linkerooghoek. Dit was het begin van een slecht kerstverhaal, dacht ze.

Nog die nacht lukte het haar toch om zich te laten testen. De Duitse Handelskammer had zich sterk gemaakt voor testmogelijkheden voor Duitse truckers. En dat niet alleen, ze kregen nu ook voorrang op de overtocht met de ferry naar Rotterdam. Zij waren immers getest en negatief bevonden, terwijl hun buitenlandse collega's zich nog niet hadden kunnen laten testen.

Opgelucht reed ze uit de rij wachtende vrachtwagens en zette ze koers naar de veerboot. Eenmaal op de boot moest ze, zoals was opgedragen, in de cabine blijven zitten. Geen chauffeur mocht er uit. Deze maatregel zorgde ervoor dat ze de beroerdste overtocht in haar vijftienjaar lange carrière als vrachtwagenchauffeur beleefde. Haar hele cabine stonk naar braaksel en urine.

...zij was de enige...

Eenmaal in Rotterdam aangekomen, reed ze als derde opvarende van de boot af. Ze reed direct naar de truckparking waar ze haar cabine kon schoonmaken. Daarna friste zij zich op met een heerlijk warme douche. Snel, want ze had haast. Het was inmiddels 24 december en met een beetje doorrijden kon ze Heiliger Abend thuis nog redden. Hoopte ze. Dacht ze. Helaas. Ze kreeg de deur van de doucheruimte niet open. Ze riep hard. Niemand reageerde op haar geroep en geschreeuw. Was ze een man geweest, dan hadden haar collega’s haar wel gehoord. Er waren wel vijf chauffeurs bij de mannenwasgelegenheid naar binnen gelopen. Maar bij de dames was zij de enige. Ze bonkte wel een minuut lang op de deur, maar er gebeurde niets. Toen realiseerde ze zich dat ze haar telefoon in haar toilettas had gedaan. Gauw belde ze het telefoonnummer van de truckparking. Na drieënhalf uur kwam er iemand haar bevrijden. Nog net niet overstuur, stormde ze richting vrachtwagen om zo snel mogelijk hier weg te geraken. De weg op. Naar huis.

Inmiddels was het al vijf uur in de middag. Ze overdacht wat wijsheid was. Als er niets raars tussen zou komen, zou naar huis rijden haar zeven uur kosten. Dan zou ze pas rond of na middernacht thuis zijn en kerstavond alsnog alleen in de truck doorbrengen. Ze kon ook bij haar goede neef Hans in Tiel aankloppen. Hij woonde daar sinds hij getrouwd was met een Nederlandse. Ze belde hem op en natuurlijk was ze welkom. En zo kwam het dat Ursul met haar neef Hans, diens vrouw Emmi en twee dochters Kerst vierde op z’n Nederlands: met Nederlandse kerstliedjes die overigens verdacht veel op de Duitse versies leken.

De volgende dag na een uitgebreid Nederlands kerstontbijt ging ze eindelijk naar huis. Toen ze al een tijdje in Duitsland reed, begon het te sneeuwen. Zo leek het toch nog op een echte Kerst.”…

Dit verhaal is geschreven door Ingrid Lutke Schipholt.


 Sam Farallon/unsplash.com

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het zevenentwintigste verhaal

Het zevende verhaal