Het tweeënveertigste verhaal


…”Wie is er aan de beurt voor een verhaal?”, vraagt Taco wanneer het beeldscherm vol gezichten is. “Nou, ja, eh,” zegt Caro”, “ik weet niet of ik aan de beurt ben, maar ik heb wel een verhaal, dat geloof je niet. Zelf bedacht.” “Ga je gang maar”, klinkt het uit het kader van Taco.

”De schoonvader van Mieke ligt op sterven. Hij is al een tijdje ziek en op een zonnige dinsdag in maart verhuist hij naar een hospice in Oss. Midden in de nacht wordt Mieke gebeld door Otto, haar man. Hij zegt dat hij net een telefoontje van Theo kreeg en dat het niet goed gaat met pa, of ze willen komen. Nu. Direct. Maar Otto is op dat moment in Wenen voor een zakenreis. Daarom moet in ieder geval Mieke zo snel mogelijk naar Oss, ongeveer een uurtje rijden van haar huis. Ze maakt haar zoon Sam wakker. Gelukkig heeft hij zijn rijbewijs al en kan hij zijn moeder naar Oss rijden. Ze gaan samen op pad. Ze vindt het fijn dat Sam er bij is. Het is knus zo samen in de auto, in het donker, op een lege snelweg en een onverwacht ritje. Het is koud en nog winter maar er ligt gelukkig geen sneeuw. Binnen het uur zijn ze in Oss, bij het hospice. Haar zwager Theo en zijn vrouw Anna zijn er al; zij wonen dichtbij het hospice. Schoonvader ligt er vredig en rustig bij. Gelukkig, ze zijn op tijd. Met zijn vieren waken ze bij die grote man met ingevallen wangen in het witte bed. Zo gaat de eerste nacht voorbij.

De eerste zonnestralen piepen door de gordijnen naar binnen. Pa is nog bij hen en het hospice komt weer tot leven. Verpleegkundigen zorgen voor pa en vrijwilligers zorgen voor Mieke en haar familie. Ze maken een praatje, geven aan iedereen aandacht, brengen koffie en ontbijt. Overal is aan gedacht. Nu wordt het zaak dat Otto op tijd naar hen komt. Inmiddels heeft hij alle afspraken afgezegd, vlucht omgeboekt, huurauto geregeld, in de auto gestapt en zo snel mogelijk naar Oss gereisd. Mieke is heel blij dat ze weer samen zijn. Nu kan hij in ieder geval nog afscheid van pa nemen, alhoewel hij niet meer bij kennis is.

Uren verstrijken en de avond dient zich aan met een schemering die zachte kleuren op de deur van de badkamer projecteert. De familie zit in wisselende samenstelling bij pa. Nu houden Mieke, Otto, Theo en Anna de wacht bij de doodzieke man. Ineens schiet hij overeind en begint te praten. Mieke schrikt op, rent de gang op en haalt de verpleging erbij, er is een wonder gebeurd! De schoonvader is dus niet zo ziek als iedereen dacht. Anna zit aan zijn hoofdeinde en zegt met een zijdefluwelen stem: “O, wat fijn.” Ze knikt bemoedigend en voegt toe: “Laten we nog wat herinneringen maken.” Dan zegt de schoonvader met een onverwacht heldere stem: “Flikker op met je herinneringen.”

...Mieke veert op als door een wesp gestoken...


Later vertelt de verpleging dat het helemaal niet de bedoeling was dat de schoonvader nog bij bewustzijn zou komen; er is iets niet goed gegaan met de medicatie. Toch had Mieke stiekem wel schik dat haar schoonpa alsnog scherp uit de hoek kon komen en dan ook nog tegen Anna met haar ultrawollige opmerkingen.

Aan het begin van de avond, wanneer ze enigszins vermoeid van alle gebeurtenissen in de keuken zitten, vraagt Anna of ze iets tijd kunnen rekken voor wat betreft zijn overlijden. In de ogen van Otto en Mieke verschijnen vraagtekens. “Nou, weet je”, verklaart Anna, “Saartje, de grote meid, is morgen immers jarig en ik heb alles al in huis. Ik zou het heel vervelend voor haar vinden als de verjaardag voor altijd ook een sterfdag zou zijn.” “Anna!”, zei Otto geërgerd, “wat dénk je nou?”

Even later lijkt het Anna een goed idee om alvast een afspraak te maken voor de uitvaartdatum. Otto en Mieke weten niet meer hoe ze het hebben. “Hoezo een afspraak maken voor de uitvaart?”, reageert Mieke terwijl ze opveert als door een wesp gestoken. “Die arme man is nog niet eens overleden! Zou je dat bij je eigen vader ook voorstellen?” “Nou, ja, het zal toch niet lang meer duren.”

Dit is geen goede conversatie voor een prettige verstandhouding. Na twee dagen en nachten van waken gaat Miekes schoonvader in de ochtend vredig heen. Een volgende fase breekt aan. De schoonvader moet worden verzorgd voor zijn laatste reis. De verpleging vraagt of de familie hierbij wil helpen. Otto en Mieke hebben daar niet zo’n behoefte aan maar Anna wil graag meehelpen. “Dan kan ik alvast oefenen wanneer er iemand overlijdt die echt dicht bij mij staat”, is haar toelichting.

Ineens schrikt Mieke wakker, badend in het zweet. Pff, wat een nacht. Langzaam komt ze bij, wat een nare droom daarnet. Gelukkig was het maar een droom en gaat ze weer een nieuwe dag tegemoet. Haar blik glijdt door de kamer. Daar ziet ze haar zwarte jurk aan de kast hangen met haar zwarte pumps daaronder. Ze moet zich haasten, want de uitvaart is al over drie uur.”…

Dit verhaal is geschreven door Hanna Zijderveld.
foto: Mitchell Luo/unsplash.com

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het zevenentwintigste verhaal

Het vierenzestigste verhaal

Het zevende verhaal