Het zevende verhaal

Vandaag gaat Tonny het zevende verhaal vertellen. Precies een week geleden is de app-groep voor het eerst digitaal bijeengekomen om elkaar met verhalen te vermaken. Willem was de afgelopen week voortrekker. Hij regelde het vertelrooster. Nu stelt hij voor dat de komende week een ander groepslid voortrekker wordt. De vrienden kiezen Cath uit als leider van de tweede week. 
Het woord is nu dus aan Tonny. Hij brandt om te beginnen, maar nog lang niet iedereen is online. Tonny vertelt aan de mensen die er al wel zijn dat hij zo heeft moeten lachen toen hij dit verhaal hoorde. Dan is iedereen aanwezig en kan hij beginnen. Hij vertelt het verhaal alsof het een theatermonoloog is over een slimme vrouw:  

‘Hallo, u spreekt met het automatische antwoordapparaat van mevrouw Oortwijn. Als jij het bent Natascha, ik kan op dit moment niet opnemen. Ik zit in een zakelijke videoconferentie met Meester De Beer van Maatschap De Beer, Broeckhoven & Prud’Homme. Je weet wel die aardige notaris, die mijn belangen behartigt. En op dit moment bezig is om mijn laatste wil te herzien… Je weet als hoogbejaarde immers nooit hoe lang je nog te leven hebt, in deze bizarre tijden.’

‘Het is de eenzaamheid hè, dat speelt je parten tijdens zo’n quarantaineperiode. De muren komen gewoon op je af. Af en toe heb ik gewoon behoefte aan een praatje. Mijn buurvrouw, maar ook de lieve verpleegkundigen hier zeggen ook: “Goh dat de kinderen en kleinkinderen nou nooit eens bellen.” En dan bedoel ik voor een leuk gesprek. Niet om te vragen of ik wat geld naar jullie wil overmaken. Langskomen deden jullie al helemaal nooit, ook niet voordat de virushel losbarstte. Nu zit ik helemaal alleen in mijn serviceflatje, achter de geraniums. Ik kijk nog weleens televisie, om de stilte te verdrijven. Ja, kind, ik heb wel door dat je daar behoorlijk op zit te azen. “Dat toestel is toch veel te groot en heeft toch veel te veel mogelijkheden voor u moeder! U begrijpt niet eens wat een smart tv allemaal voor mogelijkheden biedt…”. Nee, meiske, je zag hem zeker al bij jezelf staan he? Maar moeder is helaas nog goed bij de pinken. Bepaald niet dementerend. En zeker niet plaatsbaar op de psychogeriatische afdeling hier in het tehuis.’ 

‘Had je wel gewild he? Mijn klinisch geriater, dr. De Boer heeft me de brief laten lezen die jij hem geschreven hebt. Hij is in ieder geval niet van plan om me een indicatie te geven. Hij was zelfs verbaasd over het feit dat een vrouw van 94 nog zo bij de tijd is. Bij de tijd genoeg om te zien dat jij stickertjes met je naam op mijn antieke servies, mijn muntenalbum, mijn postzegelverzameling en op mijn koekoeksklok hebt geplakt. Met nadruk op ‘mijn’. Zeker bang dat ik alles nalaat aan je zuster? Nou meiske, om maar met de deur in huis te vallen, jullie krijgen niks, geen ene eurocent.’   

...'Dat is misschien wel een troost voor je'...

‘Meester De Beer heeft mijn laatste wil herzien. Ingrijpend herzien mag ik wel zeggen. Jij en die onbenullige, luie vent van je krijgen nul komma nul. Dat secreet van een zus van je, krijgt ook niks. Dat is misschien een troost voor je. Ik vind het wel jammer, hoog op mijn wolk had ik graag gezien dat jullie op mijn begrafenis elkaar hadden afgetuigd. Maar ja, ik kan mijn centjes wel beter besteden…’

‘Nu denk je natuurlijk: in Nederland is het onmogelijk om je kinderen te onterven…Volgens de letter van de wet klopt dat. Maar een goede notaris zoals Meester De Beer, is erg creatief om de mazen in de wet te vinden. En daar heb ik heel dankbaar gebruik van gemaakt…’

“De kleinkinderen”, denk je misschien, “zou moeder daar dan ook niets aan nalaten?” Nou moppie, sinds ik erachter ben waar mijn lieve kleindochter in het weekend uithangt en waar ze haar geld aan besteedt…. Ik zou toch niet willen dat mijn spaarcentjes op een spiegeltje belanden en dan in haar poezelige neusje verdwijnen…’

‘Martijn was altijd een apart geval, maar toen ik een paar weken geleden, net voor die vreselijke coronacrisis losbrak, even bij hem langswipte, schrok ik toch wel een beetje. Ik ben heus wel wat gewend sinds ik SBS 6 op de kabel heb, maar ik heb er werkelijk nachten niet van kunnen slapen… Geen goede erfgenaam dus voor mijn mooie spulletjes en mijn centjes…’

‘Daarom heb ik samen met Meester De Beer besloten dat ik al mijn geld ga overmaken naar diverse charitatieve instellingen. Voordat je gaat uitrekenen hoeveel je misloopt, ik heb nog een buitenlandse bankrekening waar jij niets van weet. En waar heel wat meer geld opstaat dan op de rekening waar maandelijks mijn schamele AOW’tje op gestort wordt. Al die losgestoomde enveloppen begonnen me een beetje de keel uit te hangen. En als je denkt dat ik zo naïef ben dat ik niet door heb dat jij wekelijks inlogt om te kijken hoe mijn zaken ervoor staan, dan heb je het goed mis. Van elke inlogpoging ontving ik een appje op mijn smartphone. Mamma is smarter dan jij denkt…’

‘Nou liefje, tot spoedig, want ik weet zeker dat je heel snel voor de deur staat. Bespaar je de moeite, er wordt in deze tijden geen bezoek meer toegelaten in onze zorginstelling. Zeker niet nadat ik verteld heb hoe vreselijk jij liep te kuchen en te rochelen. Bovendien: alles is al in kannen en kruiken. Je kunt je hart na de pieptoon luchten. Heb ik ook gedaan!’


‘Laat uw bericht achter na de toon: PIEP’

Dit verhaal is geschreven door Menno Goosen

silverware table settings
foto: Annie Spratt/unsplash.com

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het zevenentwintigste verhaal

Het vierenzestigste verhaal