Het vierentwintigste verhaal


…”Dat bedoel ik dus”, zegt Taco als hij de eerste vrienden op het beeldscherm aantreft. “Een verhaal met een open einde. En hoe ging het dan verder?” Jannet zegt dat hij niet moet zeuren over het verhaal van gisteren. ‘Een kort verhaal heeft allerlei mogelijkheden’, merkt ze op. Sylvie, de weekvoorzitter komt erbij en kapt de twee af. Ze zoekt of Eric er al is. Ja, dus. Hij vertelt vandaag een kort verhaal dat hij van een kunsthistorica hoorde die in Toscane toeristen cultuur probeert bij te brengen:

“Wat een crime zeg, die dress code, met dit warme weer.” Ze hadden wat dingen in de gehuurde auto met chauffeur meegenomen zodat ze niet de hele dag in die kleren hoefden rond te lopen. Hij trok een keurig gestreken zwart overhemd aan en zij wurmde zich in haar zwarte jurkje. Rita was niet bepaald slank dus dat viel niet mee. Wel een goede keus, zwart jurkje, doet het altijd goed. Ze vertelde haar dat het probleem met dat soort jurkjes altijd is dat het elastiek van je ondergoed zo wordt onthuld.” Een vriendin van mij zei, er is maar èèn oplossing en dat is een string.”  Ze had nog nooit zo’n string aangehad maar bij een officiele gelegenheid had ze haar jurkje aan en had ze het er toch op gewaagd. “Nou halverwege de middag was ik in alle staten, dat ding dat schuurde zo, ik hield het niet meer uit. Gelukkig had ik een Labello stick bij me...” Op dat ogenblik kreeg ze een flinke por van haar echtgenoot Henk. “Nou, hou nu maar eens op met die verhalen van je.” Hij was zichtbaar geïrriteerd en in verlegenheid gebracht.

Ze kwamen uit het oosten van het land. Ze hadden fortuin gemaakt met zijn bedrijf, hij was zelfs uitgeroepen tot ondernemer van het jaar. Hij had gehoord van de Palio en wilde dat wel eens mee maken. Nou, ze hadden het ook meteen goed gedaan. Auto met chauffeur, persoonlijke gids en een plekje op misschien het beste balkon boven de Campo, het centrale plein van Siena. Het kostte een duit maar dan had je ook wat. Het agentschap had georganiseerd dat ze te gast mochten zijn bij een aristocratische familie wiens appartement  aan de Campo lag. Een gunstige bijkomstigheid was dat het balkon zich juist boven “la Mossa”, de start bevond.

Ze mochten er al om 5 uur komen en dan was het wachten op het begin van de historische parade onder het genot van een versnapering. (Tot haar teleurstellig werd er nooit de beroemde Brunello geserveerd) De gastheer was èèn van de belangrijkste producenten van de beroemde Brunello-wijn, zijn over-over-grootvader was zelfs de uitvinder van de Brunello geweest. Als ze normaliter bij de familie aankwam waren er al verschillende gasten aanwezig. Gasten, dat wil zeggen: betalende gasten, het mochten dan aristocraten zijn, voor niets gaat de zon op.

Deze keer waren ze echter de eerste gasten en de hele familie van de graaf, vader moeder, zoon en dochter waren nog thuis. Buitendien was de wijnmaker van de familie ook te gast en er ontstond een ietwat ongemakkelijke situatie waar ze allen op de luxueuze sofa’s bij naast elkaar zaten. Ze voorzag moeilijkheden. Ze had zelf een klein poefje als zitplaats uitgekozen, misschien om te symboliseren dat ze niet echt een gast was maar ‘alleen maar’ de gids. Ze praatten een beetje over ditjes en datjes en af en toe moest ze een beetje bijspringen; het Nederlandse koppel blonk niet uit in het Engels. Voor Italiaanse aristocraten en wijnmakers die hun klandizie al generaties lang deels in het buitenland hebben zitten is dit niet zo’n probleem. Net toen ze dacht dat de dingen wel aardig verliepen begon Henk opeens over het feit dat hij met een aantal vrienden een paar jaar geleden naar de Chianti was gereisd om daar wijn in te slaan.

Ze waren bij een boerderij geweest en hij vroeg of de gids daarvan gehoord had. Hij was bijzonder trots op het feit dat ze uiteindelijk geen wijn hadden besteld omdat ze het toch niet zo lekker vonden. ‘Hier gaan we’, dacht ze. Laten we wel wezen, ze heeft zelf ook niet veel verstand van wijn maar heeft wel het gezonde verstand om het onderwerp wijn niet aan te snijden als je met èèn van de beste wijnmakers va

n Italiё rond de tafel zit. Heel heel glad ijs.

 ...'Henk, welke wijn vind ik lekker?'...

En toen Henk’s vrouw Rita ook haar mond begon open te doen kreeg ze het Spaans benauwd. “Ik vind het niet lekker hoor die rode wijn, een beetje zuur.” Ze zag aan Henk’s gezicht dat hij wilde dat hij niet over de wijn was begonnen. “Maar ééntje vond ik wel aardig, ach hoe heet het nou, Henk, help me eens, welke wijn vind ik nogal weer lekker? Oh ja, Lambrusco dat vind ik wel lekker.” Francesca, de elegante vrouw des huizes en eerlijk gezegd de enige die gewoon erg aardig is gaf een klein lachje denkend dat het om een grapje ging maar ze hield abrupt haar mond. Er ontstond een ongemakkelijk stilte maar Rita was de enige die hier niet bewust van was. Wat heerlijk moet het zijn zo door het leven te gaan. Zonder die spanning om te proberen een goede indruk te maken, een liberale geest laten we maar zeggen. De gids wist niet of ze moest huilen of lachen. Maar ze voelde het schaamrood naar haar wangen lopen en hield haar mond strak samengeperst.  

Goddank arriveerden er een iets later een aantal rijke Russen en de sfeer werd een beetje losser, er werd wat heen en weer gelopen en de familie voelde zich vrij om wat afstand te nemen. Ze hoefden zich niet meer als verantwoordelijke gastheren te gedragen.
De historische parade was begonnen en de gasten verdrongen elkaar op het smalle balkon om de mooie kostuums van de contrada’s en de vlaggenzwaaiers te zien. Aan het eind van de lange lange stoet, zeventien contrada’s in vol ornaat is niet zomaar één, twee, drie het plein op, kwam de lang verwachte Palio, het banier, beschilderd door een kunstschilder met het imago van de Madonna, eindelijk in zicht. Op een pronkkar, getrokken door de majestueuze witte Chianino ossen werd het naar zijn plek gebracht. De gids attendeert de gasten er altijd op dat de ossemengers die naast de beesten lopen met hun hoofd niet eens tot de schofthoogte van de ossen komen. Maar het beschilderde doek, de Palio, hier draaide het allemaal om. Als het paard van jouw contrada als eerste over de finish komt dan heb je de Palio van dat jaar gewonnen.

Ze was druk met de uitleg van alles wat er te zien was maar aangezien ze ook plaats wilde overlaten op het balkon voor de andere gasten liep ze een beetje heen en weer. Gelukkig is er dan ook voor haar tijd om een wijntje te nippen en wat te eten van al het lekkers wat er op tafel staat. Op een gegeven moment was ze getuige van een incident tussen de vader en zijn kinderen. De familie was zich aan het voorbereiden om naar de gentlemen’s club; Il circolo degli Uniti’ te gaan. Dit schijnt de oudste heren club van Europa te zijn en er zijn maar honderd leden toegelaten, allemaal van adel. Voor een aristocraat vond ze dat de heer des huizes het een paar keer teveel had genoemd, hij wilde er blijkbaar zeker van zijn dat ze wist dat ze lid waren en dat ze elke palio bekeken vanuit het balkon twintig meter verderop samen met de andere leden. Je zou toch denken dat die mensen er lak aan hadden of de gids wist dat ze tot de uitverkorenen behoorden, zij een simpele gids. 

Terwijl ze met de opgedofte graaf stond te praten voelde ze duidelijk hoe zijn hand die losjes op haar rug was beland, naar beneden gleed er daar een tijd bleef hangen.  Ondertussen kwam de veertienjarige zoon uit zijn kamer, keurig in pak met een mooi overhemd. Maar vaderlief vroeg meteen; waar is je stropdas? En hij werd teruggestuurd om een das om te knopen. De gids kreeg nog eens te horen van de ‘beschaafde‘ graaf dat dat niet getolereerd zou worden in hun ‘club’. Op dat moment kwam ook de dochter van zestien uit haar slaapkamer, een slanke wonderschone dame in een klassiek smaakvol broekpak met uitlopende pijpen. De vader nam haar nauwkeurig op en maakte toen de opmerking: Mooi ensemble maar onder die pijpen horen hogere hakken, terug!” Meteen daarna kwam Rita van het balkon naar ons toe lopen. In haar gebrekkige Engels zei ze, “Oh deze schoenen zijn een marteling, ze draaide zich naar de graaf en zei: ‘U vindt het toch niet erg, hè, als ik mijn schoenen uit doe. Ik word er helemaal gek van”. En ze gaf hem een vriendschappelijke maar flinke klap op zijn schouder. En zonder op antwoord te wachten schopte ze haar schoenen uit en liep met blote voeten het balkon weer op. De gids vergeet meer nooit het geschokte gezicht van de graaf.

Om een uur of zes verdween de hele familie naar de club, tenminste, de vader met de kinderen. De elegante Francesca begeleidde ze naar de deur en zei: “Gaan jullie maar vast, ik kom zo wel”.  De gids was ondertussen druk met de beschrijving van de verschillende jockeys en de paarden, een kleine weddenschap is altijd leuk en natuurlijk wilden de gasten weten wat voor vlees ze in de kuip hadden. Als andere mensen zien dat je het één en ander uitlegt over het verloop van de palio en de kleuren herkent van de verschillende deelnemende wijken, beginnen ze ook al gauw met vragen stellen. Daar is ze natuurlijk niet voor ingehuurd maar ze vindt het dan helemaal niet erg om wat meer informatie te geven, zonder haar eigenlijke klanten uit het oog te verliezen. Vijf minuten voor de start zag ze echter opeens Francesca naast haar uit het raam hangen en ietwat verbaast vroeg ze haar of ze wist hoe laat het was. “Moest je niet naar de club? “ Ach,” zei ze op een vertrouwelijke toon, “eigenlijk vind ik die hele club vreselijk saai, ik blijf liever  gewoon hier”.

De gids moet hier even vertellen wat er het jaar daarna gebeurde, toen ze de normaliter ruime hal binnenliep. Het leek of de ruimte opeens een stuk kleiner was geworden. Ze kreeg een raar gevoel en vroeg aan Francesca: “Maar deze hal,... is er iets veranderd?”  “Ja, dat klopt. Ik ben gescheiden van m’n man en we hebben het appartement verdeeld. In de hal hebben we voorlopig een muur laten bouwen die de ruimte in tweёen deelt.” De gids was ietwat van haar stuk gebracht maar eerlijk gezegd verbaasde het haar niet dat ze gescheiden waren. In haar hoofd dacht ze:  “Goed gedaan Francesca”.

Zoals gewoonlijk duurden de verschillende valse starten langer dan de eigenlijke race die in anderhalve minuut gelopen is, anderhalve minuut van algemene hysterie.
Toen ze die avond door de chauffeur werd afgezet bij haar auto en afscheid had genomen van het Nederlandse echtpaar reed ze uiteindelijk naar huis na een lange dag. En toen ze eenmaal begon te lachen kon ze niet meer stoppen, de tranen liepen over haar wangen. Alle opgekropte schaamte, ingehouden lachen, verbazing kwamen er op eens allemaal tegelijkertijd uit. ‘Het blijft een fascinerend beroep’…

Deze tekst is geschreven door Anja de Vries.

 
foto: Pierre de Vries

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het zevenentwintigste verhaal

Het vierenzestigste verhaal

Het zevende verhaal