Het drieënzestigste verhaal

…”Vrolijke Kerst!” “Fijne Kerst, jongens… en meisjes!” “Hallo, lieve mensen.” Eén voor een verschijnen de vrienden van de Cultuurmuur in kerstige kleren online. Op veel achtergronden zijn de lichtjes van de kerstbomen te zien. Een enkel kind springt achter zijn vader en moeder. Een kat loopt over een toetsenbord en kijkt recht in de camera. In tegenstelling tot alle andere afleveringen verschijnt Willem als laatste in beeld. Hij gaat het verhaal vertellen.

“Ja, ik had het jullie beloofd, mensen. Het verhaal en… niet schrikken maar het gaat over Kerst.” Erica tovert een smiley op haar scherm. Karel twee klappende handjes. “Misschien komt het jullie bekend voor”, vervolgt Willem. “Dat kan dan kloppen, want ik heb het niet van mezelf.”

“In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazareth in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er alle overnachtingsplaatsen in de stad vol waren.

 

Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de heer bij hen en werden ze omgeven door stralend licht, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: "Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de messias. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt." En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat god prees met de woorden: "Eer aan de god in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft."

Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: "Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de heer ons bekend heeft gemaakt." Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze god loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. Toen er acht dagen verstreken waren en hij besneden zou worden, kreeg hij de naam Jezus, die de engel had genoemd nog voordat hij in de schoot van zijn moeder was ontvangen. Amen.”

“Ja, dat is een bekend verhaal”, laat Cath weten. “Ik vind het fijn om nu bij elkaar te zien, hoor, maar had je er niet een twist aan kunnen geven of zo? Dit kent toch iedereen.” Willem glimlacht. “Dit verhaal is nu verteld, maar ik ben nog niet klaar met mijn beurt om jullie te vermaken. Vandaag hoorde ik namelijk zo’n treffend verhaal, daar kan ik niet tegenop. Luister het maar af, dan weet je wat ik bedoel.” ...

Het andere verhaal.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Het zevenentwintigste verhaal

Het vierenzestigste verhaal

Het zevende verhaal