Het zesendertigste verhaal


..."Mooi verhaal", zegt Taco, als alle vrienden online zijn gekomen. "Ja, vind ik ook. Ik ben benieuwd waar dit eindigt", komt er van linksonder het beeldscherm met ingekaderde hoofden. Tanja zit er klaar voor. Loes vertelt deel twee van haar verhaal:

"De tamtam in de wijk was echter goed op gang gekomen. Ze werd uitgescholden voor moffenhoer en niemand wilde meer iets met haar te maken hebben. De buurt zag haar als een paria. Toen ze gesignaleerd was met een Duitse soldaat waren op slag alle goede herinneringen aan Ans gewist. Achter de gordijntjes werd naar haar geloerd, wanneer ze kwam aanlopen. Bij de slager sprak niemand meer tegen haar, erger nog de slager, eens een goede vriend van haar, wilde niet meer helpen. Er was geen eten meer, maar de onderduikers moesten gevoed worden.

Ze nam een enorm risico, ze besloot Werner te vertellen van haar verzetsactiviteiten, diep in haar hart wist ze dat ze hem kon vertrouwen. “Waarom vertel je het me nu pas?”, vroeg Werner toen hij Ans' verhaal aanhoorde. “Ik hou van je, ik zal je helpen, ik zorg ervoor dat jullie te eten hebben.” Vanaf dat moment kwam Werner dagelijks bij haar thuis. Hij bracht grote hoeveelheden voedsel mee. Daardoor was Ans in de gelegenheid om nog meer ondergedoken mensen van voedsel te voorzien. Werners actieve hulp aan Ans' verzetsactiviteiten zorgde er echter ook voor dat hun relatie begon te veranderen. 

Werner werd gespannen, hij begon zich steeds nerveuzer te gedragen. In bed bracht hij er ook niet veel meer van terecht. Hij knuffelde Ans niet meer en zei geen lieve woordjes tegen haar. De relatie was zakelijk geworden.


Werner kwam alleen nog om eten te brengen en om de onderduikers moed in te praten.
Tijdens de hongerwinter kwam de doodssteek voor hun relatie. Ans kon het niet aanzien dat er in de ijzige kou twee zwerfhonden en een kat buiten liepen.

De NSB’ers die op de hoek van de straat woonden hadden na hun plotselinge vertrek op Dolle dinsdag de dieren gewoon aan hun lot overgelaten. Hoewel ze weinig te eten hadden nam Ans de dieren toch mee naar huis. Werner vond het bespottelijk en liet dat duidelijk merken. “Hoe kun je die dieren mee naar huis nemen terwijl we zelf amper te eten hebben. Je weet hoeveel moeite het me kost om eten uit de kazerne mee te smokkelen en dan ga jij nog een keer zwerfdieren mee naar huis nemen. Je bent toch niet achterlijk, Ans!”

 ...hij gaf haar plakkerige zoenen...

De irritaties en meningsverschillen namen met de dag toe, op een gegeven moment vond Ans het genoeg worden en ze zette Werner het huis uit. Lang zou ze niet zonder man zitten want door haar verzetsactiviteiten had ze een nieuwe man leren kennen.

Kees was een grove, boerenkerel die dol was op seks. Haar kinderen beseften dat Werner een verademing was vergeleken bij de lompe boer. Kees had niet veel op met kinderen en liet dat duidelijk merken. Naarmate Werner langer in huis was geweest waren Ans' kinderen zich gaan hechten aan hem. Werner speelde graag voetbal met Jantje de jongste zoon van Ans. In feite was hij zelf nog een kind geweest. En nu was daar Kees. De kinderen hadden gelijk een hekel aan hem. Martha, de dochter van 16 voelde dat Kees iets van haar wilde. Hij gaf haar plakkerige zoenen en drukte haar net iets te lang tegen zich aan.

Ans merkte er echter niets van. Ze was helemaal idolaat van Kees. Ze bleef zijn goede eigenschappen opdreunen, maar wat ze niet vertelde was dat Kees een zwarthandelaar was. Hij verkocht de eieren en de melk van zijn boerderij tegen woekerprijzen aan mensen uit de grote stad, die de koude hadden getrotseerd om iets eetbaars te zoeken. Kees had inmiddels een aardig kapitaaltje bij elkaar gescharreld met zijn zwarte handel. Op een dag had hij een ons spek geruild tegen een trouwring. Hij stopte de ring in een mooi doosje en gaf hem aan Ans. Ans was er heel erg blij mee. Zelfs nadat Jantje haar erop attent maakte dat er een inscriptie in de ring stond: Esther 10-12-1934.

Op een dag kwam er een nieuwe onderduikster in huis, een prachtige Joodse vrouw met diepbruine ogen. Ze had een dochtertje van een jaar of tien. Al vanaf het begin toonde Kees een grote belangstelling voor het meisje. Hij vroeg haar honderduit over van alles en nog wat. Het meisje probeerde Kees op een afstand te houden maar dat lukte niet. Kees verzon steeds nieuwe smoezen om bij haar in de buurt te zijn. De moeder van het meisje zei tegen Ans dat ze blij was dat haar dochter weer even een vader had. Ans merkte niet dat Kees vaak zijn vlezige hand onder het jurkje van het meisje liet glijden. Of dat hij zijn hand op haar kleine onontwikkelde borstjes legde."...

Dit verhaal is geschreven door Menno Goosen.

foto: Saskia relatable/pixabay.com

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het vierenveertigste verhaal

Het vijfenzestigste verhaal

Het zevenenveertigste verhaal