Derde verhaal
…Het is de
derde dag dat de appgroep elkaar online treft. Willem is weer als eerste
aanwezig, de meeste anderen volgen snel. Behalve de mensen met een tuin. Het is
vandaag voor het eerst deze lente echt mooi zonnig weer en de temperatuur loopt
op tot een graad of 16. Dan is het moeilijk om binnen te gaan zitten. Léon is
als laatste present. De wijn, het bier en bronwater is mee het huis in genomen.
Karin neemt het woord.
“Zodra ik de
bijkeuken in loop, verschijnen pulserende rood met zwarte vlekken voor mijn
ogen. Alleen de vette bromvliegen geven een teken van leven, botsend tegen het
raam.
Zo koel en
rustig voelt het zelden hier. Op de tast zoek ik de klink van de kelderdeur. Nu
even diep ademhalen. De vlekken maken plaats voor schemerzicht. Voorzichtig
daal ik trap af; zand knispert onder mijn voeten.
Als enige
mag ik hier naar beneden om cola en ginger ale te halen. De volwassenen moeten
bukken, en waarschijnlijk zijn ze nu te vrolijk om zonder ongelukken de steile
trap af te komen. De andere kinderen zijn te wild en willen alles met een
groepje doen. Mij kun je om een boodschap sturen.
De geur van
aardappels komt me tegemoet, al worden die er al lang niet meer opgeslagen. Het
peertje verlicht de planken met levensmiddelen. Ik pak het krukje en zet het
tegen de muur van het aardappelhok. Zo kan ik net bij de hals van de flesjes.
Een voor een pak ik ze stevig bij de kroonkurk en til ze over het muurtje. Dan
zie ik hem liggen. Ik knijp zó hard in het flesje dat de ribbelige afdruk uren
later nog steeds in mijn vingertoppen zal staan.
...'Dat zal nooit meer gebeuren'...
Oogjes open.
Oortje en een pootje fier rechtop, alsof hij zo weer overeind kan springen.
Maar iéts maakt duidelijk dat dat nooit meer zal gebeuren. De staart in een
sierlijke S-bocht, doodstil.
Als ik weer
de warme tuin in loop met de flesjes, is het spel in volle gang. Gegiebel en
gefluister door het aftellen heen. Peter duwt zich nog snel in een gat van de
enorme ligusterhaag. We zijn met zijn allen bij het huis van mijn oma. Alleen
tante Lieve woont er nog. De familie uit het noorden is er, zoals altijd begin
augustus. Dolfijn is er ook; vandaag vieren we haar verjaardag. Vanavond zullen
we boerenkoolstamppot met worst eten, zoals elke 4 augustus.
“Ha, ben je
er weer!” Oom Antoine kijkt op uit zijn Volkskrant en knijpt zijn ogen tot
spleetjes tegen de zon. “En, heb je al zin in boerenkool?” Mij heeft hij daar
niet mee; ik eet alles. Maar zoals elk jaar heeft iedereen commentaar op de
keuze van Dolfijn. Het is nu eenmaal haar lievelingseten, háár maakt het niet
uit dat het 38 graden is. Achter haar rug klagen de volwassenen vooral over het
pakje waar het nu uit moet komen. Antoine heeft daar wel een oplossing voor:
“Het gras is gisteren vers gemaaid, dat kan er best doorheen; heel voedzaam. En
met een beetje geluk zit er ook nog een veldmuisje bij.” Hij knipoogt en laat
zich weer achter de krant zakken.
’s Avonds,
rozig verbrand, zitten we in de lange schaduwen van de bomen. Gelukkig is er
ook soep. Ik schep twee keer op. Dit jaar geen boerenkool voor mij.” …
Dit verhaal is geschreven door Esther Schmitt
foto: Erda Estremera/unsplash.com
Reacties
Een reactie posten